Het verhaal van de Trekkers van de Toubkal 2011

 

Vertrek voor het project « Toubkal 2011 »

Zaterdag 16 april 2011

Om zowat 17 uur, komen we, de een na de ander, samen op het vliegveld van Zaventem. De afspraak luidde dat alle deelnemers aan ons avontuur zouden samenkomen in de vertrekhal, onder het vliegtuig aan het plafond (Anekdote: het begint goed; het vliegtuig hangt er niet meer)... Gelukkig herkennen we elkaar. Oef! We zijn er allemaal...

Het team van Libramont: Pascal, Daniel, Danielle en Gaëtane met hun coach Suzette, die bovendien kinesiste is. Het team van Luik: Alexandre, Marylène, Marie, Martine en Cendrine. Het team van Verviers: Jacqueline (en Marc in onze gedachten) met haar coach, ondertussen “persoonlijke coach”, Fabienne. Onze organisatoren: Emmanuel en Claudine. Onze artsen: Olivier, de specialist en Jean, de huisarts. Onze teams reporters en cameramannen: Bernard en Brigitte van Zoom reportages, die er vanaf onze eerste gemeenschappelijke tochten bij waren, versterkt door een dynamisch en professioneel trio: Bruno, Serge, Benjamin (journalist, geluidsman en cameraman), samen met Philippe, de "Kuifje-reporter" van onze trektocht die altijd het fototoestel in aanslag houdt en ook nog kinesist is.

Lichte tegenslag: de vlucht vertrekt om 21.55 uur in plaats van 20.40 uur, zo wordt ons gemeld.

Emmanuel (ook wel Manu genoemd), onze gids, is al druk in de weer om onze stokken en berguitrusting, ijshouwelen en stijgijzers in te zamelen. Een koelkast, al gekoeld en gloednieuw, is er ook, klaar om ons ander, veeleer medisch, materiaal (spuitjes en allerhande behandelingen…) bij te houden.

Om 18 uur gaan we naar het “perspunt”, waar we opgewacht worden: we zien er leden van de Nationale Belgische Multiple Sclerose Liga die ons komen aanmoedigen. Ook een vertegenwoordiger van de ambassade van Marokko is er. We eten wat en vervolgens gaan we eindelijk naar de balie om onze koffers in te checken. Al onze bagage checken we in... Fantastisch, alles is weg, zowat 600 kg voor 22 deelnemers.

Alle begeleiders zijn weg. Wij, de deelnemers, blijven achter... om in te checken... We moeten lang wachten. De drukte van het vertrek is al een beetje geluwd... Sommigen kennen elkaar; ze hebben samen getraind, per streek... anderen maken met elkaar kennis... ze hebben gemeenschappelijke punten. Er ontstaan groepjes... We weten niet wat dit avontuur ons zal brengen... Een reis naar het onbekende. Maar we zijn allemaal al vol vertrouwen, positief ingesteld. Na een probleemloze vlucht, landen we op het vliegveld van Marrakech Menara. We maken kennis met Rachid, de vriend van Manu in Marokko. Hij is de directeur van het agentschap “Authentica”, dat onze trektocht door het land organiseert. Op de parking wachten twee voertuigen ons op. We wisselen wat hoffelijkheden uit. De minibusjes worden geladen. Op zijn Marokkaans (met de bibbers op het lijf) worden we naar het hotel Kenzi TICHKA 4* gevoerd.

Het is al voorbij middernacht (plaatselijke Marokkaanse tijd = Belgische tijd min één uur). In het hotel worden de groepjes samengesteld, per twee slaapgenoten. De trekzakken moeten klaar zijn voor het grote vertrek morgen! In het hotel van Marrakech laten we inderdaad de enkele spullen achter die we niet voor onze tocht nodig hebben. Een zware schifting, maar het moet... Twee uur ’s morgens al... Iedereen naar bed!

 

Marrakech - Oukaïmeden op 2600 m (overbrenging per minibus), vervolgens Oukaïmeden - Tinerhourhine (meer dan 6 uur stappen)

Zondag 17 april 2011

Mist vanmorgen over Marrakech. De zon schijnt in onze harten... Na een korte nacht, een uitgebreid ontbijt op het terras van het hotel (zeer rijk uitgerust, maar dat zal niet lang duren... daar mag u van op aan). Enkelen onder ons worden voor het eerst geïnterviewd in de tuin van het hotel.

Dan, vertrek naar de Oukaïmeden, het startpunt van onze trektocht (het hoogste skistation in Marokko, 2600 m). Het is mooi, maar koud; de wind waait. We treffen onze gidsen, Ali en Abdou, samen met ons team muildierdrijvers en koks.

We observeren de muilezels die onze kilo’s bagage zullen dragen. We worden -op een prettige manier- door verkopers overrompeld... De laatste contacten met de beschaving... De koelkast met onze geneesmiddelen is stevig vastgemaakt, hij is nog in goede staat... Zal dat blijven duren?

Om 13 uur beginnen we aan onze trektocht naar de vallei van de Imenane, via de col Tizi N'Oukaïmeden (2780m). Tegen 16 uur eten we lekkere slaatjes van rauwkost en groenten, brood, kaas en vruchten... We ontdekken die leuke manier van dineren, in de openlucht, op ons gemak, op matten en matrassen, met die grandioze natuur als achtergrond. Vervolgens gaan we naar het dorp Tinerhourhine. De tocht is prachtig, maar de afdaling is vol risico’s, de stenen rollen onder onze schoenen.

De eerste etappe is het zeer lang stappen, maar we hebben alles perfect onder controle. Volgens het plan zouden we drie uur stappen, Ali en Abdou -zo gaat dat bij de Marokkanen- hebben op het laatste ogenblik de route veranderd, zonder dat Manu daar iets van afwist. Dank aan de ezels, om het zo te zeggen, voor jullie evenwicht en jullie eindeloze trouw, in deze moeilijke ogenblikken... Edelmoedig... Een warm applaus voor die goede beesten...

Om 20 uur komen we eindelijk aan in onze verblijfplaats in het dorp van Tinerhourhine... Het was tijd, het wordt nacht.

We verblijven in een verblijfplaats diep in het dorp: drie slaapzalen voor zes, zeven en negen plaatsen staan voor ons klaar; uiteraard met beperkt comfort: in elke slaapzaal worden de matrassen die de ezels gedragen hebben, netjes op een rij gelegd, onze trekzak aan onze voeten tegen de muur... kortom, het bergleven! (opnieuw sorry aan degenen die zich “vertrappeld” voelden, maar dat betekent dat alles nog goed gaat...).

Vooraf is de terrastafel tot therapeutische verzorgingstafel omgetoverd voor enkele welverdiende massages... Dank aan het team superdynamische kinesisten... Mooier had het er niet kunnen uitzien!

Het avondeten wordt op dezelfde tafel gegeten. Gezellig. Tijdens die maaltijd maken we kennis met een soep die er vanaf dan elke avond zal zijn. Die behoorlijk vullende soep moet gul gekruid zijn; dat is beter, bijna het beste (een goede verstaander heeft maar een half woord nodig!). En het filmteam staat niet doelloos rond te hangen (hoewel dat niet onbegrijpelijk zou zijn) en zet zijn interviews vóór de klim voort. Dan: iedereen naar bed.

De nacht is stil, wat aanzet tot intellectuele overpeinzingen... In deze krappe slaapzaal, op de grond, tussen mijn twee slaapgenoten die, vermoed ik, al aan het slapen zijn... met dit enkele raam, zonder gordijn, dat uitzicht biedt op de wereld...

Terwijl iedereen “diep” slaapt... denk ik na: had men me ooit voorgesteld om een dergelijke bergtop te beklimmen, deze keer, dankzij hem, zou je kunnen zeggen!!! Ik heb het nog wat moeilijk om de naam uit te spreken; ik ben bang dat ik door de maatschappij zal afgeschreven worden... Ook al bedank ik hem, in zekere zin, vandaag... dank dat ik dit mag beleven...

We ondernemen deze tocht met zijn tienen... om ons te overtreffen, zoveel is zeker... om de uitdaging aan te gaan, ook om “ermee te leven” en vooral: om de etiketten, de vooroordelen en de droomdieven te kunnen tegenspreken! En zeggen dat we omringd zijn door gekken die er ook in geloven... Hoeveel vertrouwt u ons toch! We doen er goed aan u niet te ontgoochelen, en onszelf trouwens evenmin!

Ziezo, we zijn er allemaal.. voor THE trek... Daarom zou ik nu graag iedereen voorstellen: (de beschrijvingen en omschrijvingen zijn puur subjectief; ik, Marylène, neem er de volle verantwoordelijkheid voor...)

Vooreerst hebben we Jacqueline, de oudste onder ons (maar, echt waar, dat merk je niet!), moedig en altijd “klaar voor de strijd”...
Vervolgens,
Marie, gul en vrijgevig, en zulk gevoelmens…
En dan,
Gaetane, vastberaden en in harmonie met zichzelf en het universum.

Volgen beide Daniëlen... allebei uit Libramont. Eerst Daniële (dames eerst), sportief, vol durf, klaar om bergen en rivieren te trotseren en vooral, droge humoriste...

En Daniel, discreet en wilskrachtig...

Dan komt Marylène (dat ben ik), een beetje extravagant (dat zou ik graag willen), enthousiast, optimistisch en goedlachs (dat zeker), die voor niets terugdeinst (dat denkt ze toch) op moeilijk controleerbare emotionele overdaad na...

En dan is er Pascal, de “Don Juan”, onstuimig en helder, sterk als een (Ardens) paard (sorry voor de vergelijking, maar ik kon het niet laten), niets houdt hem tegen...

De volgende is Alexandre (een naam was nog nooit zo goed gekozen), Alexander de Grote, onverschrokken, vermetel, ingespannen, volhardend en strijdvaardig; niets houdt hem tegen (nog iemand van datzelfde slag); hij heeft heel wat meegemaakt, het zou dus juist kunnen zijn...

En dan is er de zachtmoedige Martine, bijna 29, vandaag held van het boek “Tineke in de bergen”, maar binnenkort op de top pal op haar verjaardag, bewonderenswaardig en een echte doorzetter...

En tot slot: Cendrine, de jongste, positief en poëet wanneer ze op haar eentje is...

Zo, zijn we, of zo lijken we... Maar vergeten we onze instrumenten niet, al die verbindingen die soms niet perfect werken en die je niet ziet... Al die kleine soldaten die in het hoofd van ieder van ons klaarstaan... Voor nauwelijks één taak, al moeten er zoveel van die soldaten ingezet worden... En er zijn zoveel -taken- die gelijktijdig uitgevoerd moeten worden: stappen, uiteraard, dat wil zeggen: je voet oplichten, de ene voet vóór de andere plaatsen, zijn soms wankele evenwicht bewaren, niet vallen, opnieuw beginnen; tegelijkertijd, de vragen van Bruno beantwoorden, eten, nadenken (dat mogen we niet vergeten!), praten, lachen... kortom: LEVEN!!!... Concentreren is niet makkelijk... en die vermoeidheid die ons velt... Je moet zoveel verbindingen mobiliseren, zolang dat nog kan... Zoveel energie om dingen te doen die zo eenvoudig, zo banaal lijken... Gekraak... “Ruis op de lijn”... Dan maar een beetje rusten, daarbinnen... daar kikker je van op... het lichaam en de geest... Oef, ik sluit deze uitweiding... Om morgen fris en monter aan de dag te beginnen.

Dus, slaapwel iedereen...

 

Tinerhourhine - Aremd op 1950m (5 uur stappen)

Maandag 18 april 2011

Na een heerlijk ontbijt van pannenkoeken, beginnen we onze trektocht van de dag in mentale topvorm... Na gisteren, is alles mogelijk!

We lopen langs de Imenane-vallei via Berberse dorpen die aan de bergwand hangen en bereiken uiteindelijk het dorp van Ouaneskra. Vervolgens stappen we naar het dorp van Tamatert, via de col van Tizi’n Tamatert. Tot slot nog even stappen in de richting van Imlil.

We eten in Imlil, de Chamonix van het Atlasgebergte. Op de spijskaart: Marokkaanse sla, tonijn en rijst. Lekker! Vervolgens, doen we een siësta met blote voeten, waarna we opnieuw vertrekken, op weg naar onze slaapgelegenheid. We slaan af, richting Aremd.

Een aangename verrassing staat ons te wachten. We worden ontvangen in een gastenhuis. Het is nog maar 15 uur. Thee op het terras en vervolgens afstelling van de stijgijzers voor elk paar schoenen. Ons dynamisch team en onze reporters, hoffelijk als ze zijn, staan ons de mooiste kamers af: zeer comfortabele kamers, drie personen per kamer... Dank aan iedereen...

We zullen het beste moeten maken van onze welverdiende rust, want morgen wacht ons een niveauverschil van 1200 meter.


 

Aremd - Sidi Chamharouch – Schuilplaats van Neltner op 3200m (5 uur stappen)

Dinsdag 19 april 2011

Om acht uur ’s morgens verlaten we onze zeer geriefelijke verblijfplaats en klimmen naar de schuilhut van Neltner, via de “maraboe” van Sidi Chamharouch (2275m). Het is een enorme en ietwat opmerkelijke rots, in het wit geschilderd, waar de Marokkaanse mannen en vrouwen enkele uren in afzondering kunnen doorbrengen om van de weldaden van de geest van de gestorven maraboe te profiteren. De heilige plaats is beschermd en toeristen zijn er niet echt welkom... Ze kunnen hooguit de bedevaartsplek van ver bekijken en zich verfrissen of souvenirs kopen in de winkeltjes die daartoe bestemd zijn. Misschien kunnen ze hopen dat ook zij ooit zullen genezen, hoewel ze de rots niet hebben kunnen aanraken... Maar dat is wellicht ijdele hoop...

16.39 uur – We komen aan in een schuilplaats, die de naam “refuge Neltner” (3200 m) draagt. Het tijdschema klopt perfect. Iedereen stelt het goed en is erg onder de indruk. Vanaf 3000 meter ligt er sneeuw. Onze muilezels, hoe moedig ze wel zijn, laten ons daar waar de sneeuw begint, achter met onze bagage en spullen. Inderdaad: ‘Dames en heren, sneeuw, daar houden ze niet van!’ Volgens het plan, eten we en brengen we de nacht door in de “refuge Neltner”, die ruim 140 plaatsen telt, maar nauwelijks drie toiletten en douches heeft! Lang leve Kleenex en zijn vochtige tissues! We logeren in een slaapzaal met 26 bedden (waarvan een aantal stapelbedden); onze groep neemt er 22 voor zijn rekening. De muren zijn vochtig en een aantal matrassen evenzeer. Iedereen let erop om niemand te storen in deze nogal benepen ruimte. De tassen worden “opgeborgen” in de centrale gang tussen de bedden, waardoor er weinig plaats overblijft om te lopen.

Sommigen probeerden een koude douche te nemen. Zijn jullie gek?... Inderdaad! Anderen rusten, want ze zijn leeg, in alle betekenissen van het woord... Voor hen geen avondeten, meer dan wat droog brood hebben ze niet nodig. Er wordt voor gezorgd. Nog anderen proberen hun zaken te regelen, in alle stilte, uit respect voor degenen die slapen. Weer anderen proberen opnieuw en opnieuw hun naasten te bereiken per gsm (buiten is er bereik)... Het is niet gemakkelijk ze te vergeten, daarboven!... Nog anderen zitten al aan tafel of wandelen of liggen te zonnen op het dak van de schuilplaats of ruimen op of nemen foto’s, nu het nog klaar is. Gaëtane, Cendrine, Martine, Daniële, Marie, Jacqueline, Marylène, Pascal, Daniel, Alex, Emmanuel, Claudine, Fabienne, Jean, Olivier, Suzette, Philippe, Bernard, Brigitte, Bruno, Serge en Benjamin, jullie zijn er allemaal, met jullie ogen strak op de top van de Toubkal gericht; hij is er, maar je ziet hem nog niet. Het wordt een strijd. Nu al ben je één met hem...

Generale repetitie voor iedereen op het terras, aan de ingang van de schuilplaats. Eerst verdeling van de respectieve dubbele lussen waarmee elk van ons zich uitrust... Vervolgens leren we onze persoonlijke stijgijzers aan te trekken. Tot slot leren we stappen met die stijgijzers, op het hellend overzomerend sneeuwveld, net buiten de schuilplaats... De bedoeling is vanaf de volgende morgen autonoom te zijn... en eventuele configuratieproblemen op te lossen... Goed gezien Manu... Dat was nuttig!

De keukens worden ter beschikking van iedere groep trekkers gesteld. Voor het avondeten, wacht spaghetti ons aan de gemeenschappelijke tafel. Om zowat 21 uur gaan we naar boven om te slapen, want morgen, vertrekken we om zeven uur. Marie beslist om in de schuilplaats te blijven tijdens onze klim, een moeilijke beslissing. Suzette blijft bij haar; haar knie is al zwaar op de proef gesteld, maar ze wil ook Marie gezelschap houden.

 

De klim van de schuilplaats Neltner tot de top van de Toubkal (~ 3 uur om te klimmen, een 1/2 uur om het landschap te bewonderen en ~ 2 uur om af te dalen)

Woensdag 20 april 2011

’s Morgens, vroeg, rijgen we onze dubbele lussen en trekken we onze stijgijzers aan. Het is koud. De touwgroepen krijgen hun samenstelling: de eerste geleid door Ali met Bernard, Pascal, Alex, Brigitte, Marylène, Fabienne en Jacqueline; de touwgroep van Abdou met Martine en Cendrine; de touwgroep van Manu met Danièle, Daniel, Gaetane, Claudine en Olivier; de touwgroep met Jean, Philippe, Bruno, Benjamin en Serge, die filmen en foto’s maken.

Geleidelijk aan beginnen we aan onze klim naar het hoogste punt van Noord-Afrika (4167m), de top van die grootse Toubkal. Het eerste deel is behoorlijk scherp en ruw, de spieren moeten opwarmen. Hevige winden duwen ons en doen ons wankelen. De winden kunnen een snelheid van 60 à 70 km/uur halen, op de schaal van Beaufort. En die ijsbrokken, die ons gezicht zwepen... Het tweede deel is makkelijker, het spoor kronkelt en brengt ons naar de kamtop. De hoogte stijgt. Fabienne moedigt ons aan en geeft telkens het bereikte hoogteverschil aan.

Het team is mentaal buitengewoon sterk. Door de buitengewone teamgeest konden we de moeilijkste momenten overwinnen. Toen we in de schuilplaats vertrokken zijn, waren we met 20; 19 onder ons hebben de top bereikt, gelukkig. Lichtheid en tranen in de ogen... wat een ontlading! Een onvergetelijke verjaardag, Martine!

Daarboven nemen we een pauze om het uitzicht op de naburige bergtoppen te bewonderen. De fototoestellen en camera’s slaan de herinneringen op. Vreemd metalen “beeldhouwwerk” dat onze aankomst merkt.

We tellen nauwelijks één opgave in de loop van de klim. Dank, Cendrine, voor je poëzie, want we wisten niet wat we bij onze terugkeer moesten zeggen, maar je leek zo gelukkig voor ons; we hadden allemaal, wij én jij, onze top bereikt!

Petje af.

"Mijn ogen branden
Ik word overmand door vreugde
Prachtig p
arcours
Bezaaid met hindernissen
Trek van een leven
Trek van een ziekte
Nooit had ik gedacht
Dat ik op een dag
Zoveel vooruitgang zou maken
Mezelf zou overstijgen en
uitstijgen boven mezelf
Dat gevoel beleven
Eindelijk de top

Wat maakt het uit
Ik ben trots op mezelf
En het is zeer goed zo"
(Cendrine)

Proficiat ook aan het camerateam dat een buitengewoon werk verricht heeft en dat zelf door de warmte en de menselijkheid van de interviews ontroerd was.

Daarna dalen we af naar de schuilplaats, losgemaakt van elkaar, vrij en volgens ieders ritme. Sommigen hebben het moeilijker met de afdaling dan met de klim. Nog anderen nemen de tijd en gaan diepe filosofische gesprekken aan, terwijl Manu wat lager staat en zich zorgen maakt. Geen goed idee, want de sneeuw smelt op die wand en de helling wordt gevaarlijk. Dank je, Manu voor je toewijding en voor de empathie met elk van ons.

We zijn eindelijk allemaal aangekomen in onze schuilplaats voor het middagmaal (op zijn “Frans”, zoals dat heet) en voor welverdiende rust. In de loop van de namiddag was er die tweede klim, waarbij Marie en Suzette, die vóór de middag in de schuilplaats gebleven waren, zich aan Cendrine vastgemaakt hebben, die haar revanche genomen heeft, samen met Manu en Olivier. Met ontroering zagen alle anderen hen vanaf het terras van de schuilplaats vertrekken! Een mooie prestatie! Proficiat aan de meisjes... Ook jullie hebben jullie bergtop gehad!

’s Avonds, een welverdiend aperitief voor iedereen, met maaltijd en overnachting in de schuilplaats.

 

“Refuge Neltner” - Aremd (5 uur stappen)

Donderdag 21 april 2011

Na het ontbijt in de schuilplaats, vertrekken we. Het is zowat negen uur. We dalen af naar Imlil via Sidi Chamharouch en Aremd. De terugkeer naar 2000 m verloopt zonder al te veel noemenswaardige problemen waarbij we op een sportieve manier -en met succes- een aantal riviertjes doorwaden.

’s Avonds keren terug we naar het gasthuis van Aremd, waar een deel van onze spullen achtergebleven waren. Na een aangename, bijna ijzige douche (we waren met zijn tweeëntwintigen aan de beurt), vieren we eindelijk de verjaardag van Martine en genieten van een heerlijke méchoui in de gemeenschappelijke zaal.

Na enkele zeer toffe sfeerspelletjes die Fabienne animeerde (uitdagingsspelletjes en een shabadabada-spelletje), vinden we, met plezier, onze comfortabele kamers terug. We vallen in slaap, vervuld met geluk door de persoonlijke top die we bereikt hebben.

 

 Aremd - Imlil (1 uur stappen) en vervolgens Marrakech (overbrenging per minibus)

Vrijdag 22 april 2011

Na het ontbijt stappen we één uur (in plaats van het geplande halfuur, maar we weten ondertussen dat de Marokkaanse tijd niet dezelfde is als de onze!) om Imlil te bereiken, waar we de wereld en de beschaving terugvinden. De voertuigen zijn er nog niet. Ondertussen bezoeken we een coöperatieve die arganolie verwerkt. We doen wat aankopen. Onze bestuurders zijn ondertussen aangekomen en we gaan naar Marrakech. We genieten verder van het prachtige landschap en komen vervolgens in het hotel aan voor de lunch. Eindelijk een maaltijd met vlees à volonté et… frietjes! Grapje! Maar we krijgen toch een “gratin dauphinois”!

Vervolgens welverdiende rust aan het zwembad (een beetje groen en koud, maar decoratief) en dan een vrije namiddag. Sommigen rusten in hun kamer, anderen ontspannen aan het zwembad en nog anderen duiken in de soeks van Marrakech. Onvergetelijke aperitief in de kamer van Manu en diner. Richting bed voor de meesten.

 

Bezoek aan Marrakech

Zaterdag 23 april 2011

We hangen een beetje de toerist uit en gaan op ontdekkingstocht in de rode parel, de okerstad van Marokko, de prachtige stad die Marrakech is, beroemd voor zijn jaarlijkse filmfestival en zijn festival voor volkskunsten.

Samen met onze gids Mohamed beginnen we ons bezoek aan de stad met een kennismaking met zijn beroemde tuinen:

  • Majorelle-tuinen: de tuinen zijn ontworpen door de Franse schilder Jacques Majorelle. Na de dood van de schilder in 1962 zijn ze in verval geraakt, maar de modeontwerper Yves Saint Laurent heeft ze opnieuw opgeknapt. Zeer mooie tuinen, aantrekkelijke kleuren, zelfs bij de grijze hemel van vandaag.

  • La Menara-tuin ook paradijstuin genoemd. Zijn ruime vijver is omringd door een tuin van eeuwenoude olijfbomen en werd versierd door een harmonieus buitenpaviljoen met een piramidevormig dak.

  • De beroemde Koutoubia: De minaret is 77 meter hoog en wordt beschouwd als een parel van de Spaans-Moorse kunst.

  • Het paleis van de Bahia en zijn “Riads” beplant met cipressen van jasmijn en andere zeldzame soorten.

Even een korte debriefing over de typische mengeling van 35 kruiden, met de naam “Ras El Hanout”, die aanbevolen is voor vrijgezellen die niet kunnen doseren en die ideaal is voor allerlei soorten vlees en groenten.

Die kruidenmengeling, “Ras El Hanout” is speciaal ontworpen voor de bereiding van de “tanjia” van Marrakech. De “Tanjia” is de lokale specialiteit bij uitstek, hét traditionele gerecht van Marrakech dat je gegeten moet hebben. De specialiteit is stevig door papier ingebonden en draagt de naam van de kruik van aardewerk die de warmte vasthoudt. Het gerecht wordt langdurig gekookt in hete houtskool, in de openbare ovens van Marrakech. De bereidingswijze van het gerecht in een amfora is niet de enige bijzonderheid van het gerecht; speciaal is ook dat dikwijls mannen het klaarmaken, in tegenstelling tot alle andere gerechten, waarvan enkel vrouwen de kunst verstaan… Volgens onze gids Mohamed is de “tanjia” trouwens het enige gerecht dat het mannenvolk mag gereedmaken… (dank aan de kruidenmengeling!).

Alle “vrienden van Mohamed”, met andere woorden: wij, lunchen op het terras van het hotel Islane tegenover de Koutoubia… Lekkere brochettes in het vooruitzicht…

s Namiddags zetten we ons bezoek verder aan de soeks van Marrakech, aan de rand van het Djemâa El Fna-plein, waar we de rijkdom bewonderen van een oneindig gevarieerde ambachtskunst, die daar door de verschillende beroepsgroepen vertegenwoordigd is.

Sommigen, tot slot, houden zich veeleer langer op bij het Djemâa El Fna-plein (dat tot het werelderfgoed van de UNESCO behoort). Samen bieden acrobaten, slangenbezweerders, vertellers en Gnaouas-musici ons een zeer verbazend spektakel en schenken ons een unieke en korte toegang tot het hart van de ziel van Marrakech. Sommigen zijn te lang blijven hangen in de soeks om van die show te genieten; het is te laat… maar ze hebben nog de tijd om een glas muntthee te delen, beschermd door de parasols van stro… Plotseling begint het te regenen… Oef… dank je, Martine! We observeren al die mensen die de grote plassen water ontlopen die zich op het plein gevormd hebben. Enkele moedigen hebben het weer getrotseerd, zoals die dames die ons een kleine en mooi ogende “tatoeage” in henna aanbieden. De “Maries” laten zich overreden. Waarom niet, vóór we de taxi nemen naar het hotel, waar we al opgewacht worden!

Inderdaad, om nagenoeg 19 uur, terugkeer naar het hotel voor een aangenaam aperitief in de “suite” van Emmanuel en Claudine. Vervolgens diner in het hotel en dan: iedereen naar bed.

 

Bezoek van Essaouira

Zondag 24 april 2011

We zetten ons Marokkaans avontuur voort met een bezoek aan de kleine kuststad Essaouira, een parel van de Atlantische oceaan, die door de architect ontworpen is die ook Saint Malo op zijn naam heeft.

Om negen uur ‘s morgens al brengt een bus ons naar Essaouira. Het wordt een dag van bezoeken en kuieren in deze charmante kuststad. Bij het vertrek was het weer grijs en grauw, maar na drie uur reizen, bij onze aankomst, verschijnt de zon weer. Een lokale gids toont ons onbekende delen van Essaouira. Middagmaal: heerlijke gefrituurde vis.

We kopen lokale specialiteiten, onder meer in thujahout’ en “farniente” in de haven. Om 20 uur zijn we terug in Marrakech en om… 20.30 uur verzamelen we aan de receptie van het hotel voor het diner in een typisch restaurant van de Medina (de oude stad), het “Palais Gharnata”.

Prachtige afsluitingsavond. Ultiem avondmaal in deze prachtige “Riad” van de Medina, met musici en danseressen… Een nieuwe reeks felicitaties en dankwoorden!

23.30 uur: we keren naar het hotel terug voor onze laatste avond. Bar, slapen… 

 

Marrakech - België

Maandag 25 april 2011

Iedereen vult zijn vrije voormiddag naar eigen smaak in. Sommigen bezoeken de soeks een laatste keer, anderen luieren liever in het hotel.

Om 13.30 uur vertrekken we naar het vliegveld van Marrakech Menara. Een ultiem avontuur staat ons te wachten. Bij onze aankomst op het vliegveld, worden er spandoeken gezwaaid… Het is te veel… In werkelijkheid zit onze “krachttoer” er voor niets tussen. Het is 14 uur: het personeel vraagt een werkonderbreking.

De bagages worden ingecheckt… Oef… maar met de hand. Tussen 16.30 en 17 uur stappen we op een vliegtuig dat om 15.55 uur moest opstijgen… Het kon nog erger!! We hebben een beschermengel, de piloot heeft op al zijn passagiers gewacht. Namens onze groep: dank u!

We landen om 21.20 uur. We zijn blij dat we onze gezinnen terugzien. Ook leden van de Nationale Belgische Multiple Sclerose Liga wachten ons enthousiast op en schenken ons elk een roos… Wat een fijne attentie! Dank aan iedereen voor dat hartelijke onthaal!

Nu komt het erop aan zijn referentiepunten opnieuw te vinden en van daarboven neer te dalen. Iedereen op zijn eigen ritme!